|
||||||||
|
We kenden Jon, noch zijn muziek, tot we deze nieuwe plaat toegeschoven kregen en, zoals dat dan altijd gaat, gingen we op zoek naar meer informatie. Blijkt dat de man zijn roots heeft in het Noord-Westen van Engeland: geboren en opgegroeid in Lancashire, maar tegenwoordig met verblijf in Yorkshire, dat dan weer een ietsje noordelijker ligt. De gitaar kwam al snel Jon’s leven binnen -toen hij nauwelijks elf was- en sindsdien is hij zowat altijd bezig met muziek maken, verhalen vertellen en workshops geven. Jon vindt muziek en het onderwijzen ervan, nogal belangrijk en wij zijn de laatsten om hem daarin tegen te spreken. Daar kwam vier jaar geleden een eerste soloplaat van, “We all share the same Sky” -heerlijke titel, maar slechte timing, zo aan het begin van de Covid-pandemie. Dat leidde ertoe dat de pers de plaat wel lovend ontving, maar dat je heel lang de deur niet uit kon om ze aan het publiek te gaan voorstellen, maar dat belette Jon niet om koppig door te gaan. Nu is er dus de opvolger en wat ik meteen kan opmerken, is de aanwezigheid van Richard Currie op gitaar en backing vocals en Mags Elliot, die flink wat van de lead-vocals voor haar rekening neemt. Dat zijn twee mensen, met wie Jon, blijkens zijn sociale media, al lang optrekt en samenwerkt en ik moet zeggen dat hun inbreng zeer zeker een meerwaarde betekent voor de songs. Jon zelf is een uitmuntende gitarist en dito zanger, maar de toevoeging van stemmen en extra gitaar, geeft de songs, die zich steevast on het grensgebied tussen folk en pop situeren een hogere dimensie. Ik vermeldde het al: de man is een verhalenverteller en de plaat opent met een verhaal over de ondergang van de Iolaire op Nieuwjaarsdag 1919. 200 mensen verdronken “in sight of Home”. Ook opener “Shadow of the Chevin” en “Shadow of a Girl” zijn van die songs waar storytellers een patent op hebben: ze nemen iets waar, en ze schrijven er een lied over. De ene keer is dat de heuvel, die boven hun woonplaats uittorent (de Chevin) of een standbeeldje van Alice in Wonderland (Ghost of a Girl). Budworth is zonder twijfel zo’n observator, die daarenboven over het vermogen beschikt om zich met fijne kompanen te omringen. Dat leidt tot een fraaie en vooral geloofwaardige plaat, waarop prima gespeeld en dito gezongen wordt. Overigens staat ook Edwina Hayes in de kleine lettertjes vermeld en daar zijn we blij om, want de muziek van dié dame kennen we wel een beetje en we kunnen alleen maar zeggen dat zij flink wat meer bekendheid mag genieten dan vandaag het geval lijkt. Maar we wijken af: Jon Budworth’s nieuwe plaat ademt een ietwat nostalgische sfeer uit, alsof we terug in de sixties zijn, maar da’s geen verwijt: de songs zijn prima, de zang is goed, het spel van de muzikanten bijwijlen subliem en dus is de balans absoluut positief. Nu nog een radiomaker vinden, die dit wil programmeren en we zijn er. (Dani Heyvaert)
|